Paarden

Dierenartsenpraktijk De Driehoek is goed geoutilleerd in de eerstelijns paardenzorg. Binnen het team beschikken we over drie dierenartsen die zich extra bekwaam hebben gemaakt in de paardengeneeskunde.  Wij streven ernaar onze kennis up-to-date te houden door regelmatig nascholingen te  volgen en intercollegiaal overleg. Voor het maken van afspraken en rijden van visites zijn wij geopend van maandag tot en met vrijdag van 8:15 – 18:00 uur. Voor spoedgevallen staan wij 24 uur per dag voor u klaar (055 3012255, keuzetoets 1)

Tijdens het telefonisch spreekuur van maandag tot en met zaterdag van 8:15 – 9:15 uur is er een dierenarts beschikbaar voor overleg en het aanmelden van visites. Voor u, als paardenliefhebber, proberen wij met regelmaat een informatie avond te organiseren om u mee te nemen in de wereld van paardengezondheid en welzijn.

Telefonisch spreekuur

ma t/m za 08.15u - 09.15

Zorg voor paarden

Wij bieden de reguliere zorg zoals onder andere vaccinaties, klinische keuringen, castraties, merriebegeleiding, voedingsadviezen, gebitsbehandelingen en uiteraard het onderzoek van uw paard indien deze ziek is. Voor deze zaken kunnen we bij u aan huis of op stal komen.

Daarnaast beschikt de praktijk over een ruime behandelruimte voor paarden met een onderzoeks- en behandelbox. Hier is het mogelijk om zorg zoals de uitgebreidere gebitsbehandelingen, wondverzorging en merriebegeleiding op een veilige manier voor zowel patiënt als dierenarts te kunnen leveren. Ook kleine operatieve ingrepen kunnen hier plaats vinden bij het staande paard.

Lees meer...

VACCINEREN, wat, waarom en wanneer?
Als paardeneigenaar wil je natuurlijk het beste voor de gezondheid van je paard of pony. Door goede voeding, (hoef-) verzorging en optimale huisvesting, zorgen we voor een goede weerstand van het paard tegen ziekten. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om tegen een aantal specifieke infectieziekten te vaccineren. Een vaccin bestaat eigenlijk uit een klein deel van de ziekteverwekker (bacterie of virus) dat geïnactiveerd is. Wanneer dit in het paard gespoten wordt, zal het afweersysteem van het paard daarop reageren met het maken van specifieke afweer cellen (‘antistoffen’) tegen deze verwekker. Wanneer het paard de verwekker op een later moment tegenkomt, is het afweersysteem al voorbereid en kan het veel sneller en effectiever reageren waardoor (ernstige) ziekte voorkomen wordt. Bij sommige ziekten vermindert het vaccin de uitscheiding van de verwekker door het paard, zodat de verspreiding van de ziekte ook gereduceerd wordt. Ziekten waartegen we kunnen vaccineren zijn: Influenza (griep), Tetanus, Rhinopneumonie, West-Nile disease, Droes en Ringworm (schimmelinfectie).
Hieronder gaan we verder in op de genoemde ziekten. U kunt met deze achtergrond informatie zelf afwegen welke vaccinaties voor uw paard gewenst en zinvol zijn. Voor meer informatie of overleg kunt u natuurlijk ook altijd contact opnemen met een van onze paardendierenartsen.

INFLUENZA.
Influenza wordt veroorzaakt door het influenza virus. Het veroorzaakt in het paard een ontsteking van de voorste luchtwegen en hoge koorts. Vaak raken ook bacteriën betrokken bij de ontsteking, wat de symptomen kan verergeren. Bij dieren met een verminderde weerstand (jonge veulens, oude of zieke paarden) kan de infectie zelfs dodelijk zijn. Het virus verspreidt zich makkelijk tussen paarden via snot of slijm. Het vaccin beschermt het paard tegen de ziekte verschijnselen én voorkomt uitscheiding en dus verspreiding van het virus.
Wanneer fokmerries goed gevaccineerd zijn, zijn veulens vanaf hun geboorte beschermd tegen influenza door de antistoffen die in de biest zitten. Vanaf 6 maanden moeten veulens zelf gevaccineerd worden. Wanneer de vaccinatie status van de merrie niet voldoende of onbekend is, is het verstandig om het veulen op 4 maanden voor het eerst te enten. De eerste vaccinatie noemen we de basisvaccinatie. Deze bestaat uit 3 opeenvolgende prikken, de eerste twee met een tussentijd van minimaal 21 en max. 92 dagen, en de derde minamaal 120 dagen en maximaal 7 maanden na de 2de prik. Daarna kan volstaan worden met jaarlijks ( maximaal 365 dagen tussentijd) één prik.
Er bestaat geen wettelijke verplichting om te vaccineren tegen influenza, maar de KNHS verplicht paarden die deelnemen aan concoursen, evenementen of keuringen dat zij een juiste basisvaccinatie hebben gekregen en dat zij jaarlijks (binnen het jaar) gevaccineerd worden. Daarnaast moet de recentste vaccinatie langer dan één week voor het evenement gegeven zijn. Let echter wel op; dit zijn minimale eisen van de overkoepelende bond (KNHS). Organisatoren of stamboeken kunnen voor hun evenement strengere eisen stellen. De internationale hippische sportbond (FEI) schrijft voor dat er twee keer per jaar tegen influenza gevaccineerd wordt.

TETANUS
Tetanus wordt veroorzaakt door gifstoffen die geproduceerd worden door de bacterie Clostridium tetani. Deze bacterie komt voor in de bodem en kan via een wond het paard infecteren. Hij gedijt vooral goed in wonden waar weinig zuurstof bij kan, zoals kleine, diepe steekwondjes of wonden waar veel afstervend weefsel bij betrokken is. Deze gifstoffen werken op het zenuwstelsel van het paard, waardoor de spieren gaan verkrampen, wanneer ook de tussenribspieren verkrampen kan het paard geen adem meer halen en stikt hij. Paarden kunnen, eenmaal geïnfecteerd, elkaar niet besmetten.
Vaccineren tegen tetanus is van essentieel belang omdat alle paarden wel eens een wond(je) oplopen. Veulens lopen direct vanaf de geboorte risico omdat de navel nog een open wondje is. Daarom is het belangrijk dat fokmerries goed gevaccineerd zijn, zodat ze antistoffen tegen tetanus via de biest aan het veulen doorgeven.
De basis enting bestaat uit 2 prikken die met 4 tot 6 weken tussentijd gegeven worden. De meest gebruikte vaccinatie tegen tetanus is het combinatie vaccin met influenza. Wanneer uw paard volgens schema tegen influenza gevaccineerd is, zal de bescherming tegen tetanus ook voldoende zijn. Wanneer u uw paard niet tegen influenza vaccineert is het belangrijk om, als uw paard een wond oploopt, direct ( liefst dezelfde dag) antiserum te geven. Dit geeft direct bescherming tegen de tetanusbacterie, maar deze bescherming houdt slechts korte tijd aan.
Als u bewust niet tegen influenza wilt vaccineren kunt u overwegen om alleen de tetanus enting te laten toedienen. Er bestaat geen verplichting om tegen tetanus te enten, het is echter wel zeer aan te bevelen.

RHINOPNEUMONIE
Rhinopneumonie (Rhino) wordt veroorzaakt door het Equine Herpes Virus (EHV). Van dit virus bestaan meerdere typen, maar EHV 1 en EHV 4 komen het meeste voor. ( Heel veel paarden in Nederland zijn ooit besmet met EHV type 4.) Tegelijkertijd zijn er drie uitingsvormen van EHV. De eerste is de ‘ademhalingsvorm’, hierbij krijgt het paard verkoudheidsverschijnselen zoals een snotneus, hoesten en soms wat koorts. Deze vorm kan door zowel type 1 als 4 veroorzaakt worden. De tweede uitingsvorm is de neurale vorm. Het paard wordt atactisch of raakt zelfs verlamd. Deze vorm wordt veroorzaakt door type 1. Ten derde komt de abortusvorm voor; drachtige merries werpen (te vroeg) een dood veulen. Ook deze vorm wordt door EHV type 1 veroorzaakt. Overdracht van het virus vindt vooral plaats via snot , speeksel en door te proesten. Vruchtwater van een aborterende merrie bevat ook zeer veel virus deeltjes. Het virus blijft buiten het paard hooguit enkele uren infectieus.
Een paard dat eenmaal geïnfecteerd is geraakt met het EHV virus, raakt het virus nooit meer helemaal kwijt en het kan op momenten van stress opeens weer actief worden. Daarnaast blijft de afweer die een paard opbouwt tegen het virus, slechts een korte tijd werkzaam. Dit geldt helaas ook voor de afweer die opgebouwd wordt na vaccinatie tegen rhino.
Belangrijkste maatregelen ter voorkoming van besmetting met EHV zijn het beperken van stressfactoren en hygiënemaatregelen.
Vaccineren tegen rhinopneumonie is wél mogelijk, maar helaas geeft het geen volledige bescherming tegen abortus of de verlammingen. Het zorgt er wel voor dat de symptomen van de verkoudheidsvorm veel milder verlopen en dat de uitscheiding van het virus door een besmet paard sterk gereduceerd wordt. Hieruit volgt dat het vaccineren van een of enkele paarden binnen een koppel weinig zinvol is. Vaccineren is wél zinvol wanneer alle dieren binnen de koppel tegelijkertijd ge-ent worden. Op fokkerij bedrijven is dit extra van belang, omdat de circulatie van het virus sterk verminderd wordt en daarmee de kans op besmetting met abortus tot gevolg, dus ook.
Vaccinatie schema bestaat uit een basis enting: twee prikken met vier tot zes weken tussen tijd gevolgd door een halfjaarlijkse herhalingsprik. Wanneer vaccinatie ingezet wordt om het risico op abortus te reduceren, dan dient men 3 maal te vaccineren namelijk op de vijfde, zevende en negende maand van iedere dracht.
Er bestaat geen verplichting om tegen rhinopneumonie te vaccineren.

DROES
Droes wordt veroorzaakt door de bacterie : streptococcus equi equi . De bacterie zorgt voor koorts, neusuitvloeiing en gezwollen, ontstoken lymfeknopen. Droes kan bij alle paarden voorkomen, maar je ziet het vooral bij jonge paarden en heel oude paarden. Klassiek is het beeld van de dikke keelstreek. Het paard is lusteloos en stopt met eten door keelpijn. Na enige tijd breken de gezwollen lymfeknopen open en komt er pus uit. De bacterie zit in grote hoeveelheden in de pus en neusuitvloeiing van besmette paarden. Andere paarden raken besmet door direct contact met patiënten of via materialen of kleding van verzorgers. Absolute hygiëne en afzondering van zieke paarden zijn essentieel om verspreiding verder te voorkomen. Nadat een paard de bacterie via neus of mond heeft binnen gekregen duurt het 3 tot 14 dagen voordat er symptomen zichtbaar worden. De ernst van de symptomen is mede afhankelijk van de hoeveelheid bacteriën die het paard binnen heeft gekregen.

Vaccineren tegen droes is mogelijk en vooral zinvol wanneer deze ziekte binnen een bedrijf vaker voorkomt, of wanneer jonge paarden uitgeschaard worden.
Vaccineren kan vanaf een leeftijd van vier maanden. De basis vaccinatie bestaat uit twee prikken met een tussentijd van vier weken. Hierna volgt de herhalingsvaccinatie elke drie maanden (voor zolang het paard zich in een hoog risico omgeving bevindt). Deze prikken worden met een klein naaldje in de bovenlip van het paard geplaatst. Hierdoor kan een tijdelijke zwelling optreden, die na enkele dagen vanzelf verdwijnt.

WEST-NILE DISEASE
West Nile Disease wordt veroorzaakt door een virus (WNV). Dit virus vermenigvuldigt zich in vogels en wordt verspreid via muggen. Paarden, mensen en andere zoogdieren kunnen besmet raken met WNV wanneer zij gestoken worden door een mug die eerder een besmette vogel heeft geprikt. Paarden zijn onderling niet besmettelijk voor elkaar of voor mensen.
Tot op heden komt West Nile nog niet in Nederland voor, maar omdat het elders in Europa wel al de kop heeft opgestoken is de verwachting dat dat in Nederland ook zomaar kan gaan gebeuren.
Niet alle paarden die besmet raken met WNV worden ziek. Van de paarden die wel ziek worden vertoont verreweg de meerderheid wat vage griepachtige verschijnselen die vanzelf over gaan. Slechts enkelen krijgen hoge koorts en hersenverschijnselen (spiertrillingen, ataxie, niet meer op kunnen). Deze paarden zijn ernstig ziek en hebben een slechte prognose. Een behandeling is er niet.
De diagnose wordt gesteld aan de hand van bloedonderzoek of, als het paard overlijdt, door middel van sectie.

Omdat West Nile in ernstige vormen kan voorkomen en omdat er geen behandeling mogelijk is, is preventie van de ziekte de belangrijkste insteek van de bestrijding.
Voor paarden bestaat er een vaccin waarmee het individuele paard beschermd is tegen West Nile Disease.
De basisvaccinatie bestaat uit twee prikken met 4 tot 6 weken tussentijd. Daarna wordt de vaccinatie jaarlijks herhaald. Het beste moment om te vaccineren is in het voorjaar, ofwel het begin van het muggenseizoen. Daarnaast is het weren en bestrijden van muggen belangrijk om verspreiding van WNV te voorkomen.
Vaccinatie wordt geadviseerd voor paarden die in de internationale sport lopen of op andere manier internationale contacten hebben.
Er bestaat geen wettelijke verplichting om paarden te tegen WNV te vaccineren. Wanneer de ziekte werkelijk gediagnosticeerd wordt, moet dit gemeld worden bij de overheid.

HUIDSCHIMMELINFECTIES (RINGSCHURFT)
Bij paarden komen huidschimmelinfecties regelmatig voor . Meestal worden ze veroorzaakt door de schimmelsoorten microsporum of trichophyton. Schimmels komen overal in de omgeving voor maar groeien vooral goed onder warme, vochtige omstandigheden. De sporen die door schimmels gevormd worden en waaruit weer nieuwe schimmels kunnen groeien, zijn zeer resistent en kunnen ook onder omstandigheden als kou en droogte goed overleven.
Wanneer het vettige beschermlaagje van de huid is aangetast, kunnen schimmels binnendringen. Dit kan zijn bij paarden met een verminderde weerstand, maar ook plaatselijk bij schuurplekken van tuig of onder dekens. Na het binnen dringen duurt het ongeveer één tot vijf weken voordat je de eerste symptomen ziet. Deze bestaan uit kleine bultjes met opstaande haren tot grotere kale, grijs/witte plekken. Schimmelinfecties veroorzaken doorgaans geen jeuk. Schimmelinfecties kunnen spontaan genezen, maar behandeling is wel gewenst omdat ook andere dieren en mensen besmet kunnen raken. Een paard dat éénmaal een schimmelinfectie heeft doorgemaakt, krijgt het in de regel geen tweede keer. Overdracht van schimmelinfecties kan via direct contact tussen paarden, maar ook indirect via borstels, dekens, kleding of handen. Om een schimmelinfectie te voorkómen is hygiëne een belangrijke pijler, maar het meest belangrijk is een goede weerstand van het paard.
Daarnaast bestaat de mogelijkheid om te vaccineren tegen huidschimmelinfecties. Deze vaccinatie mag echter niet routinematig ingezet worden, maar alleen op bijzondere indicatie. De vaccinatie bestaat uit twee injecties met twee weken tussentijd en moet na negen maanden herhaald worden. De vaccinatie kan ook therapeutisch ingezet worden bij zeer hardnekkige infecties.

Bij gezonde paarden is al jaren het advies om niet blindelings te ontwormen. Door resistentie zijn ontwormmiddelen steeds minder of niet meer werkzaam. Het is daarom van belang om alleen te ontwormen als het echt nodig is, om verdere resistentie ontwikkeling onder de wormen te voorkomen. Aan de hand van een onderbouwd plan, op basis van de uitslagen van mestonderzoek, en historie van uw paard kunnen ontwormmiddelen ingezet worden als dit nodig is.

Daarom bieden wij vanaf dit jaar het worm-abonnement aan:

Hierbij krijgt u 3 keer per jaar een oproep om wat verse mest van uw paard te komen brengen. Deze oproep krijgt u per post samen met de benodigde materialen. Deze onderzoeken wij op worm-eieren. Zo nodig krijgt u het advies om te ontwormen. Daarnaast kijken we zonder extra kosten naar de hoeveelheid zand in de mest. Bij te veel zand bespreken we met u hoe we de opname van zand kunnen voorkomen en of behandeling nodig is. Zo voorkomen we zandkoliek. Aan het einde van het jaar krijgt uw paard een grote eindejaarswormkuur. Deze blijft standaard nodig, omdat deze ook lintworm en horzellarven mee pakt. Deze zien we niet in het mestonderzoek.
De oproepen ontvangt u in het voorjaar (maart/ april), de zomer (juli) en het najaar (september/oktober)
Dit abonnement bieden we aan voor 70,- euro incl. btw! Het bestaat uit 3 keer mestonderzoek op wormeitjes en zand én de eindejaarskuur. Let op: mocht het naar aanleiding van het mestonderzoek nodig zijn dat uw paard ontwormd wordt, dan zit deze wormkuur niet in het pakket. Het abonnement is alleen geschikt voor paarden ouder dan 4 jaar. Voor jongere paarden en veulens geldt een apart advies.

Naast het mestonderzoek en de eindejaarskuur bevat het abonnement ook nog andere voordelen:
• 10% korting op wormkuur indien uit mestonderzoek blijkt dat dit nodig is
• Gehele jaar 10 % korting op mestonderzoek anders dan de aansturing
• Gehele jaar korting op vlo-zaad van Horse Flex
• Gratis bezorging van het benodigde wormkuur binnen een week na uitslag mestonderzoek

Voorwaarden:
• Paard is minimaal 4 jaar oud
• Abonnement per dier per jaar
• Abonnement wordt per jaar afgesloten, instappen kan op elk moment. Looptijd is van maand jaar 1 tot zelfde maand jaar 2
• Mest moet door eigenaar zelf ingeleverd worden
• Binnen 2 werkdagen een uitslag
• Korting op producten enkel geldig voor paard in het abonnement

Wilt u zich aanmelden of heeft u vragen over het abonnement of de voorwaarden, neem dan contact met ons op: 055-301 22 55.
Wilt u als stalhouder het worm-beleid in eigen hand houden? Wij bieden verschillende interessante mogelijkheden om naar uw wensen samen te werken op het gebied van wormbestrijding! Ook hiervoor kunt u contact met ons opnemen: 055-301 22 55

Dierenartsenpraktijk De Driehoek beschikt over een uitgebreid, eerstelijns laboratorium waar we snel en efficiënt diverse aanvullende onderzoeken kunnen uitvoeren.

Bloedonderzoek vindt plaats met behulp van moderne analyseapparatuur. Hiermee kunnen bijvoorbeeld de aanwezigheid van ontsteking, nier- of leverfalen, spierenzymen worden bepaald. Ook voor bepalingen van het bloed zelf zoals bloedarmoede of het ontstekingsbeeld hebben we apparatuur in huis.

Procedure van de ingreep
Wij voeren castraties van hengsten altijd liggend uit. Het paard wordt onder narcose gebracht en begeleid bij het gaan liggen alvorens we castreren. Dit doen we bij voorkeur buiten in een schone en droge weide. Hierbij zijn we wel afhankelijk van de weersomstandigheden. Bij regenval of geen optie tot buiten in een weide castreren, is het eventueel mogelijk om binnen in een ruime, schone en goed verlichte stal met schoon stro als bodembedekking te castreren.

Voorbereiding
Bij voorkeur heeft de hengst zijn volledige basisenting tegen Influenza en Tetanus gehad. Eventueel is het mogelijk om de 2e of 3de vaccinatie van de basisenting tijdens de castratie te geven. Belangrijk is dat een paard niet mag vasten voor de operatie.

Nazorg
Bestaat uit pijnstilling voor ten minste 5 dagen. Langzaam druppelend bloedverlies na de castratie is normaal en stopt bijna altijd vanzelf. Milde zwelling van koker en balzak zal altijd optreden na castratie! Dit is de reactie van het lichaam op de ingreep. De zwelling is vaak het meest aanwezig zo’n 3 tot 4 dagen na de ingreep, waarna deze geleidelijk wegtrekt. De zwelling mag eventueel gekoeld worden met zacht stromend water uit de tuinslang. Beweging gedurende de week na de castratie is belangrijk voor het afvoeren van vocht op de plaats van de castratie. Als een paard op de weide komt is dit voldoende beweging, het wordt afgeraden om het dier op te stallen!

Belangrijke aandachtspunten, wanneer contact opnemen met de praktijk?
• Als het bloedverlies zo vlot gaat dat u de druppels niet meer kunt tellen
• Als het paard gestopt was met druppelend bloedverlies en enkele uren daarna toch weer opnieuw gaat bloeden
• Bij koorts (rectale temperatuur boven de 38,0)
• Bij verminderde eetlust
• Bij extreme zwelling (richting voetbal groot) of extreme pijnlijkheid
• Als de zwelling na een week nog niet is afgenomen
• Als na enkele weken nog steeds uitvloeiing te zien is bij de castratiewonden

Waarom gebitscontrole….

Een gezond gebit is nodig voor een optimaal functioneren van het paard. Een klein probleem van het gebit kan direct gevolgen hebben voor de opname van het voedsel en de vertering ervan. Door een gezond gebit heeft een paard

• een betere spijsvertering
• een betere conditie
• een mooie vacht
• een gezonde uitstraling

Bovendien is het paard met een gezond gebit prettig te berijden of te mennen en is het voerrendement hoger.

Een paard in de natuur besteedt het grootste deel van de dag aan grazen. Het rantsoen bestaat niet alleen uit vers, mals gras maar ook uit oud, taai gras, twijgen, kruiden enz. Het gebit van het paard is hiervoor gemaakt! Het rantsoen dat wij onze paarden voeren is van veel betere kwaliteit dan het ‘wilde’ rantsoen om de arbeid te kunnen verrichten, die wij van onze paarden vragen. Voor het gebit van het paard is het echter veel minder goed! Een paardengebit is er voor gemaakt om de hele dag te malen, zodat de tanden en kiezen volgens een vast patroon zullen afslijten. Bij onze gehouden paarden gaat de slijtage niet altijd zoals we wensen en kunnen er problemen ontstaan bij de voeropname of op rij-technisch vlak.

Al met al is het dus niet bepaald overdreven om minstens 1x per jaar het paardengebit te laten controleren. In sommige gevallen zal het nodig zijn om behandeling op kortere termijn te herhalen, bijvoorbeeld bij uitgebreide stand correcties of grote haken. Bij paarden in de groei (zolang ze wisselen, tot ongeveer vijf jaar) is regelmatige controle zeker aan te raden. Denkt u in ieder geval aan een gebitscontrole voordat u bij een jong paard voor het eerst een bitje in gaat doen. Een jong dier met mondpijn zal een bit wellicht langdurig associëren met narigheid.
Oudere paarden kunnen weer heel andere problemen hebben, zoals bijvoorbeeld loszittende kiezen, overmatige slijtage of doorgroeiende kiezen tegenover ontbrekende elementen.

Binnen onze praktijk zijn er 3 dierenartsen die zich extra bekwaam hebben in het behandelen van paarden gebitten. Wij hebben de beschikking over moderne apparatuur, zoals elektrische vijlen, mondspeculum, behandelhalster en diverse handgereedschappen.
Een gebitscontrole en behandeling verloopt volgens een vast protocol. Hiervoor zal het paard doorgaans een roesje krijgen, zodat hij/ zij de kaakspieren ontspant. Belangrijke onderdelen van de behandeling zijn het uitbalanceren van het gebit, het verwijderen van scherpe randjes en haakjes en het optimaliseren van het kauwvlak. Daarnaast worden (grote) afwijkingen opgespoord en zo mogelijk hersteld. Hiervoor zijn vaak meerdere sessies nodig.
Gebitbehandelingen kunnen wij zowel aan huis als in de kliniek uitvoeren.

Schrijf u in voor de Paarden nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws en ontwikkelingen voor uw Paard door uzelf in te schrijven voor onze Paarden nieuwsbrief!
Spoed: +3155 301 22 55